Overzicht foyer
De ontvangstruimte van het museum is vernoemd naar Ir. J.A. van der Bliek. Jan van der Bliek, overleden in 2003, was algemeen directeur van het NLR van 1976-1988, en de eerste voorzitter van de Stichting Historisch Museum NLR. |
|
De houten hoekbank, die in de ontvangsthal van het NLL/NLR heeft gestaan, is in 1944 geschonken door het NLL-personeel ter gelegenheid van het 25-jarig jubileum van het laboratorium. |
|
Privéstoel van ir. Albert Gillis von Baumhauer (1891-1939), die in 1921 als onderdirecteur in dienst trad van de RSL. |
|
Van der Bliekfoyer met toegang tot de tentoonstellingsruimte. |
Overzicht tentoonstelling eerste verdieping
In het middengedeelte van de algemene geschiedenis van het NLR staat een maquette van de NLR-vestiging in Amsterdam van omstreeks 1975. |
|
Registratieapparatuur voor vliegproeven. |
|
De RSL is vanaf 1925 betrokken bij de ontwikkeling van helikopters. Op het bordes staat een stuwstraal-motor van de Kolibrie helikopter opgesteld en een demonstratiemodel van de besturing van de rotorbladen ten opzichte van de rotorkop, waaraan ze zijn bevestigd. |
|
NLR is voor de Europese ruimtevaartorganisatie ESA de coördinerende autoriteit voor alle aerodynamisch onderzoek. Modellen van draagraketten, Ariane raketten en Hermes ruimtevoertuig, die in de hoog subsone-snelheidstunnel en supersone-snelheidstunnel beproefd zijn, staan hier opgesteld. |
|
Aerodynamica en windtunnelonderzoek vormen het zwaartepunt van onderzoek op niet-luchtvaartgebied. Op het bordes staan een aantal modellen waaraan in de windtunnel metingen zijn verricht met betrekking tot windbelasting, rookhinder en luchtweerstand: de Oosterschelde stormvloedkering, een Spaans passagiersschip, schoorstenen, een locomotief en een ligfiets. |
|
De aerodynamische collectie bevindt zich in 'het been'. Dit is een nog herkenbaar deel van het omloopkanaal van de grote lage-snelheidstunnel. Het bevat onder meer een (werkende) demonstratie-windtunnel uit 1948 die werd gebruikt om de aerodynamische principes van lift en weerstand te laten zien, alsmede een werkende complete semi-automatische balans uit 1940. Midden op de trap naar het been staat een console met een touch screen voor aanvullende informatie. |
|
Op het middenbordes in het been staan diverse kleinere windtunnelmodellen van vliegtuigen en raketten opgesteld. |
|
Een overzicht van de vluchtnabootsers, die bij het NLR zijn gebruikt voor onderzoeksdoeleinden, zoals het testen van procedures en stuurhutinrichting, is te vinden langs de trap naar de tweede etage. |
Opmerking: Constructie en Materialen heeft op deze verdieping alleen panelen.
Overzicht tentoonstelling tweede verdieping
De opgestelde grote windtunnelmodellen zijn gemeten in de lage- en hoge-snelheidswindtunnels (de grote LST en HST). De getoonde LST modellen zijn alle van hout gemaakt en werden aan draden in de meetsectie op hun kop opgehangen. De HST modellen werden van metaal gemaakt vanwege de veel hogere belastingen. |
|
Rond 1960 waren de hoge-snelheidstunnel (HST) en supersone-snelheidstunnel (SST) gereed, evenals een eigen centrale die deze tunnels van energie voorzag. Daarvoor werden stoomketels, stoomturbines en generatoren gebruikt afkomstig uit afgedankte 'Escort' schepen uit de Tweede Wereldoorlog. Het in de centrale gebruikte bedieningspaneel van de turbines is ook nog bewaard gebleven. Door de zes hoge schoorstenen, één voor elke ketel, was het NLR kilometers in de omtrek zichtbaar. |
|
Een overzicht van de NLR-bijdrage aan de ontwikkeling en het onderzoek naar de gebruiksmogelijkheden van verschillende aardobservatiesystemen (remote sensing). |
|
Op een plateau waren verschillende attributen uitgestald, die betrekking hebben op de beproeving van vliegtuigmaterialen, zoals een rekmeter, een kerfslaghamer, een vermoeiingsbankje en een aantal proefpanelen en proefstukken. |
|
In de expositie van het NLR-rekencentrum (nog in opbouw), worden drie thema’s belicht: computers, datacommunicatie en informatiesystemen. |
Overzicht tentoonstelling derde verdieping
Bij binnenkomst staan op het plateau een aantal windtunnelmodellen, die gebruikt zijn voor niet-luchtvaartonderzoek, zoals een aantal schepen, een boorplatform, bruggen en wegportalen. |
|
Apparatuur voor de registratie en verwerking van de gegevens, die worden gemeten bij de beproeving van prototypes van Fokker-vliegtuigen staan aan de oostzijde van de zaal opgesteld. De expositie bestrijkt de periode vanaf 1950, van de Fokker S.14 tot en met de Fokker 60. |
|
In het middengedeelte wordt een beeld gegeven van het constructiebureau en de werkplaatsen en hun producten. De bovenste rij grote foto’s toont de medewerkers. Daaronder komt in tekst en foto’s het werk aan de orde, terwijl op de omloop een aantal producten staan uitgestald. |